Vroeger deed ik nooit wat aan sport op vakantie. Vakantie stond immers gelijk aan niks doen, elke avond frietjes bij het avondeten en ijsjes, heel veel ijsjes. Die workouts konden er dan net zo goed ook maar gewoon bij inschieten. Dat deed ik wel weer als ik thuis kwam en de vakantie voorbij was. Mijn vader deed echter precies het tegenovergestelde. Elke ochtend stond hij rond een uur of zes op (ja echt in de ochtend, op vakantie) om een rondje hard te lopen. Ik verklaarde hem voor gek. Zes uur ’s ochtends en dan ook nog eens in de hitte. Ik moest er niet aan denken. Tot drie jaar geleden.

Van het ene op het andere moment had ook ik ineens het hardloopvirus te pakken en dus kwam ik op het briljante idee om tijdens onze vakantie in Kos ’s ochtends vroeg met mijn vader mee te gaan hardlopen. Zo gezegd, zo gedaan en dus stond ik braaf om half 7 op, trok mijn hardloopschoenen aan en ging samen met hem de deur uit. Het was zo’n 25 graden en er was bijna niemand te bekennen op straat. Ik hobbelde braaf achter mijn vader aan en de eerste paar kilometers had ik het behoorlijk zwaar. Het was zó warm, waar was ik aan begonnen? Op gegeven moment kwam ik daar overheen. Ik kon genieten van de rust op straat en de mooie plekken waar we langs kwamen tijdens onze route. Na zo’n acht kilometer waren we weer terug bij ons appartement en voelde ik me een stuk minder beroerd dan tijdens de eerste kilometer. Sterkte nog, ik voelde me top en behoorlijk fit de rest van de dag. Die frietjes en ijsjes volgde natuurlijk ook nog wel gewoon later die dag, maar hé, ik had in ieder geval hardgelopen.

Sinds die vakantie heb ik elke vakantie die daar op volgde iets aan sport gedaan (0ké, behalve op mijn examenreis, maar je snapt dat ik daar toe niet in staat was). Of het nou hardlopen was, touwtje springen of yoga op het balkon, baantjes trekken in het zwembad of oefening in het park, er werd iets sportiefs gedaan. Zeker niet elke dag en meestal niet eens om de dag, maar gewoon af en toe. Misschien verklaar je me voor gek, maar sporten op vakantie kan ontzettend fijn zijn en een beetje lichamelijke inspanning kan nooit kwaad toch? Nu vraag jij je natuurlijk af wat er nou precies zo leuk is aan sporten op vakantie en waarom jij dat ook zo moeten doen. Dat zal ik je vertellen.

– Neem een paar hardloopschoenen mee en ik beloof je dat je op plekken komt waar je anders nooit zou komen. Je komt natuurlijk elke dag langs de vaste routes naar het strand, de dichts bijzijnde supermarkt en de leukste winkels, maar als je gaat hardlopen kom je ineens op hele andere paadjes terecht. Je wilt immers een aantal kilometers halen, of juist niet te ver weg waardoor je in allemaal straatjes komt waar je normaal niet zou komen. GPS aan en je vind de weg zo weer terug.

– Twee uurtjes fietsen door het park en je bent drie keer bruiner dan na een dagje strand. Door actief bezig te zijn in de zon wordt je een stuk sneller bruin. Daarnaast zweet je je natuurlijk kapot en, ondanks dat sommige mensen daar een hekel aan hebben, is dat ontzettend goed met voor je lichaam. Weg met die afval stoffen en hallo  mooie zomerse gloed over je lichaam.

– Een half uurtje yoga op je balkon of aan het zwembad en je bent de rest van de dag helemaal zen. Je hoeft echt geen gekke handstanden aan te nemen of jezelf in allerlei bochten te wringen, maar gewoon even tot rust komen met een simpele zonnegroet of zo. Vakantie is immers bedoeld om tot rust te komen toch?

– Oké we kunnen niet om die ijsjes, patat en pizza’s heen. Die eten we toch wel. Maar heel eerlijk, dat voelt net wat fijner als je weet dat je gesport hebt en dus wat meer kan hebben.

– Wedden dat je je een stuk zekerder voelt op het strand als je in de ochtend actief ben geweest (met wat dan ook)? Door te sporten zit je lekkerder in je vel en voel je je beter over jezelf. Dit geld ook in de vakantie en dat is juist de periode dat je dat nodig hebt. Dus eerst die sportbeha aan en daarna die mooie bikini.

Liefs,
Pamela